Transitieplan in het kort: zo ziet uw nieuwe pensioen er straks uit
In 2024 maakten de sociale partners nieuwe afspraken over pensioen voor medewerkers van Gasunie en GasTerra. Deze afspraken liggen inmiddels vast en staan in het transitieplan. Hierin staat ook wat er gebeurt met de al opgebouwde pensioenen. De sociale partners vroegen Pensioenfonds Gasunie om dit plan uit te voeren. Nu beoordeelt het fonds of dat kan. Ook gaan wij na of in het plan de belangen van alle betrokkenen evenwichtig zijn afgewogen. Als het antwoord op beide vragen 'ja' is, dan gaat het fonds de nieuwe regeling uitvoeren. De nieuwe afspraken gaan naar verwachting in vanaf 1 januari 2027. In dit artikel leest u over de belangrijkste onderdelen van het transitieplan.
Leest u liever direct het volledige transitieplan? Kijk dan hier.
Solidaire pensioenregeling (SPR)
De sociale partners kozen voor een solidaire pensioenregeling. Bij het nieuwe pensioen is een deel van het totale vermogen voor u bestemd. Het totale vermogen beleggen wij. Bij deze pensioenregeling draagt u een aantal risico's samen met andere deelnemers. Hier leest u meer over de solidaire premieregeling.
Uw eerder opgebouwde pensioen verhuist mee
Het pensioen dat u tot en met 31 december 2026 bij ons fonds hebt staan, gaat mee naar de nieuwe pensioenregeling. Dit heet ook wel invaren. Zo blijven de 'oude' en de 'nieuwe' pensioenen in één pot bij elkaar. We rekenen het 'oude' pensioen dan om naar 'nieuw' pensioen. Dit geldt ook voor de andere deelnemers. Hier leest u meer over het omzetten van de pensioenen naar het nieuwe pensioen.
Beleggingen - uw pensioen beweegt meer mee met de economie
Net als bij het huidige pensioen belegt het fonds bij het nieuwe pensioen het totale vermogen voor alle deelnemers. Alle deelnemers hebben daarin elk hun eigen deel. Hierbij houdt het fonds rekening met verschillende leeftijdsgroepen. Jongere deelnemers hebben meer tijd voordat zij met pensioen gaan. Daarom kan het fonds voor hen met meer risico beleggen. Voor oudere deelnemers is het andersom. Zij hebben minder tijd en het fonds belegt daarom voor hen met minder risico. De opbrengsten van de beleggingen komen bij uw deel van het totale pensioenvermogen terecht. Uw pensioenvermogen beweegt daardoor mee met de economie en kan stijgen en dalen. Deze beweging zal voor jongere deelnemers groter zijn, en voor oudere deelnemers kleiner. Hier leest u meer over de beleggingen in uw nieuwe pensioen.
Solidariteitsreserve voorkomt al te grote schommelingen in pensioen
De pensioenen van de gepensioneerden bewegen óók meer mee met de economie. Dat betekent dat hun pensioen ook kan stijgen of dalen. De sociale partners willen voorkomen of beperken dat deze pensioenen dalen. Daarom zet het fonds extra geld opzij. Dit is de solidariteitsreserve. Met deze reserve dempt het fonds al te grote schommelingen in de uitkeringen van de gepensioneerden. Bijvoorbeeld als de opbrengsten van de beleggingen tegenvallen. Hier leest u meer over de solidariteitsreserve.
Vullen en gebruiken van de reserve
Tijdens de overgang naar het nieuwe pensioen op 1 januari 2027 vult het pensioenfonds de solidariteitsreserve. Op zijn hoogst 3% van het hele vermogen van het pensioenfonds gaat hier dan naartoe. Daarna vult het fonds de reserve elk jaar bij vanuit de opbrengsten van de beleggingen van het gehele fonds. Ieder jaar kan het fonds tot 20% van de solidariteitsreserve gebruiken om een daling van pensioenuitkeringen te dempen of te voorkomen. Zo blijft er genoeg over voor de jaren erna.
Verdelen van het totale vermogen tijdens de overgang
Op 1 januari 2027 gaat het nieuwe pensioen in. Het fonds verdeelt dan het totale vermogen over een aantal bestemmingen afhankelijk van hoeveel vermogen er op dat moment beschikbaar is.
Bestaande pensioenen en reserves
Als eerste zet het fonds alle bestaande pensioenen om naar nieuwe pensioenen. Het fonds zet verder geld opzij voor een wettelijke reserve. Dit is voor de kosten van de administratie, het beheren van het vermogen en het uitbetalen van de pensioenen. Daarna vult het fonds de solidariteitsreserve.
Als er vermogen over is
Als er hierna nog vermogen over is, dan verdeelt het fonds dit over drie groepen deelnemers. Dit zijn deelnemers die anders nadeel ondervinden van de overgang naar het nieuwe pensioen. Als compensatie krijgen zij extra vermogen toebedeeld aan hun deel van het totale pensioenvermogen. Dit hebben de sociale partners van tevoren afgesproken. Of dit gebeurt, hangt af van hoeveel fondsvermogen er op 31 december 2026 is. Hiervoor kijken we naar de dekkingsgraad. Hier leest u meer over de dekkingsgraad.
Deelnemers die compensatie kunnen krijgen
De sociale partners maakten afspraken over de groepen deelnemers die extra vermogen kunnen krijgen. Hierbij wogen zij zorgvuldig alle belangen tegen elkaar af. Het gaat om de volgende groepen:
- Deelnemers die door hun leeftijd nadeel hebben van de overgang naar de nieuwe manier van premie berekenen (alleen voor deelnemers waar nog premie voor wordt betaald: dit zijn de werknemers van Gasunie op 1 januari 2027);
- Medewerkers van GasTerra die nadeel ondervinden van de sluiting van GasTerra op 1 januari 2027 (onder de voorwaarde dat zij op 31 december 2026 nog in dienst zijn van GasTerra en op 1 januari 2027 geen dienstverband met Gasunie hebben);
- Deelnemers van wie het pensioen niet altijd (helemaal) verhoogd werd om bij te blijven met de prijsstijgingen (dit wordt achterstand in indexatie genoemd).
Als er dan nog vermogen over is
Als er na het voorgaande nog vermogen over is, wordt dat geld verdeeld over alle deelnemers. Dat is het geval als de dekkingsgraad op 31 december 2026 hoger is dan 113%. Hier leest u meer over de dekkingsgraad.
Pensioen voor uw (ex)partner en kinderen
Het partner- en wezenpensioen dat u eerder opbouwde, verhuist samen met het pensioen voor uzelf mee naar uw deel van het totale pensioenvermogen. Als u overlijdt, krijgen uw partner en kinderen dit partner- en wezenpensioen uitgekeerd in een variabele uitkering. Deze kan stijgen en dalen, net zoals de uitkering van de gepensioneerden.
Als u met pensioen gaat en daarna overlijdt
Als u met pensioen gaat, dan zet het fonds uw deel van het totale pensioenvermogen om in een pensioen dat u maandelijks krijgt. Het partnerpensioen is hier standaard 70% van. U kunt, net als nu, ervoor kiezen om (een deel van) het partnerpensioen om te ruilen voor meer pensioen voor uzelf. Of andersom. De uitkering voor uw partner na uw overlijden is ook variabel en kan stijgen en dalen, net als uw eigen pensioenuitkering. Als u geen partner heeft als u met pensioen gaat, is er geen partnerpensioen nodig. Uw ouderdomspensioen wordt dan automatisch iets hoger.
Verhoging van uw pensioen
Voor uw huidige pensioen bekijkt het pensioenfonds elk jaar of het uw pensioen kan verhogen ('indexeren'). Zo blijft uw pensioen zo goed mogelijk bij met de prijsstijgingen. Hiervoor moet het fonds wel genoeg vermogen hebben.
Bij het nieuwe pensioen werkt dit anders. De opbrengsten van de beleggingen komen straks direct bij uw deel van het totale pensioenvermogen. Er is geen voorwaarde meer dat het fonds genoeg vermogen moet hebben om de pensioenen te verhogen. Het is wel mogelijk dat de opbrengsten van de beleggingen in een jaar negatief zijn. Dan kan uw deel van het totale pensioenvermogen dalen. Zijn de opbrengsten van de beleggingen positief, dan stijgt uw pensioenvermogen.
Wilt u meer weten?
In het menu 'Nieuw Pensioen' op onze website leest u alles over de nieuwe afspraken, verdiepende artikelen, veelgestelde vragen en updates over waar we nu staan. Neem direct een kijkje.