Pensioenfonds Gasunie belegt zijn vermogen nét even anders dan de meeste andere pensioenfondsen. Ongeveer 35% van ons vermogen beleggen we risicomijdend. Dat doen we het meest in staatsobligaties of bedrijfsobligaties. Ongeveer 65% van ons vermogen beleggen we risicovol, het grootste deel in aandelen en onroerend goed, zoals kantoren, woningen en winkelpanden. Bij de meeste andere fondsen is die verdeling andersom. Hoe en waarom doen we dat? En wat levert het ons op?
Het beleggingsbeleid van het pensioenfonds is gericht op de lange termijn. Een deel van je uiteindelijke pensioen komt uit premies die door de werkgever of jezelf worden betaald. Maar het grootste deel betalen we uit onze beleggingsopbrengsten. Om voldoende beleggingsopbrengsten te kunnen halen voert Pensioenfonds Gasunie een zorgvuldig beleggingsbeleid. We hebben goed nagedacht over een mix van meer of minder risicovolle beleggingen. We hebben de totale beleggingen toegewezen aan twee beleggingsportefeuilles: een matching portefeuille en een return portefeuille.
De matching portefeuille
In onze matching portefeuille zit ongeveer 35% van de totale beleggingen. Met deze portefeuille willen we zoveel mogelijk het afgesproken bedrag aan pensioen aan je uitbetalen. Dit is één van de twee hoofddoelstellingen van het pensioenfonds. Met deze portefeuille kopiëren (matchen) we als het ware onze toekomstige verplichtingen. Deze portefeuille bestaat voor een groot deel uit obligaties, met weinig risico. En dus een redelijk zeker, maar lager, rendement. Ze bewegen mee met de rente, net als onze verplichtingen. Het effect op de dekkingsgraad is daarom klein.
De return portefeuille
In onze return portefeuille zit ongeveer 65% van de totale beleggingen. De return portefeuille moet extra rendement opleveren om bijvoorbeeld toeslagverlening (indexatie) mogelijk te maken. Dat is de tweede hoofddoelstelling van het pensioenfonds. Return is Engels voor opbrengst en rendement. Deze portefeuille bestaat voor het grootste deel uit aandelen, grondstoffen en onroerend goed. Deze beleggingen kennen een iets hoger risico, met dus de kans dat ze meer rendement opleveren. Koersbewegingen, bijvoorbeeld zoals we tijdens de coronacrisis hebben gezien, zorgen voor schommelende dekkingsgraden.
Pijngrensbeleid
Soms, zoals nu tijdens de coronacrisis, gebeuren er op de financiële markten bijzondere zaken. Bijvoorbeeld een forse koersdaling van aandelen met 30% of een rentedaling van 1%. Voor dit soort forse schokken heeft ons pensioenfonds het ‘pijngrensbeleid’ bedacht. Het pijngrensbeleid vermindert de financiële gevolgen van dergelijke uitzonderlijke gebeurtenissen. In augustus 2019 daalde de rente bijvoorbeeld plotseling sterk. Bij het opvangen van die renteschok heeft het pijngrensbeleid goed gewerkt en heeft het een positief effect gehad.
Verstandige mix
Om beide doelstellingen te bereiken, moeten we een verstandige mix kiezen tussen beleggingen in de matching portefeuille en de return portefeuille.
Bij de meeste andere pensioenfondsen is de verdeling tussen de matching portefeuille en de return portefeuille andersom. Pensioenfonds Gasunie neemt dus wat meer risico. Maar daarbij zijn we bepaald niet over één nacht ijs gegaan.
Onderzoek
We hebben uitgebreid onderzoek gedaan om tot een juiste mix te komen. Daarbij hebben we goed gekeken naar de risico’s. We hebben duizenden scenario’s bekeken waarbij we steeds een periode van minstens 15 jaar namen. Het gaat dan om scenario’s van economische groei, krimp, inflatie en deflatie (dalende prijzen van goederen en diensten).
Uit dit onderzoek kwam onze risicohouding. En we hebben ons de vraag gesteld of deze risicohouding ook zou passen bij onze deelnemers en pensioengerechtigden. Op die vraag heeft het fonds ‘ja’ gezegd. Daar hebben we bijvoorbeeld ook over gesproken met het deelnemerspanel en de vakbonden. We herhalen regelmatig het onderzoek naar onze risicohouding. En we blijven ons afvragen of die risicohouding nog aansluit bij het pensioenfonds. We kijken dan of onze beleggingsmix nog steeds de meest passende is.
Wat levert het op?
Uiteindelijk hebben we er voor gekozen om iets risicovoller te beleggen dan het gemiddelde Nederlandse pensioenfonds. Als je kijkt naar de laatste 6 jaar was alleen 2018 een slecht beleggingsjaar met een rendement van -3,3%. In 2015 was ons resultaat licht positief. De jaren 2016 en 2017 waren goede jaren voor onze beleggingen. De jaren 2014 en 2019 waren jaren met hoge rendementen van 18,1% en 23,5%. Gemiddeld mogen we dus gerust spreken van prima beleggingsresultaten.
Tegen de aanhoudend lage rente valt nauwelijks op te boksen. Zelfs niet met deze resultaten. Daardoor kunnen we de pensioenen al enige jaren niet verhogen met een volledige toeslag (indexatie). Er is dus voor (gewezen) deelnemers en gepensioneerden helaas sprake van een indexatieachterstand.