Transitieplan in het kort: zo ziet uw nieuwe pensioen er straks uit
In 2024 maakten de sociale partners nieuwe afspraken over pensioen voor medewerkers van Gasunie en GasTerra. Deze afspraken liggen inmiddels vast en staan in het transitieplan. Hierin staat ook wat er gebeurt met de al opgebouwde pensioenen. De sociale partners vroegen Pensioenfonds Gasunie om dit plan uit te voeren. Nu beoordeelt het fonds of dat kan. Ook gaan wij na of in het plan de belangen van alle betrokkenen goed en eerlijk zijn afgewogen. Als het antwoord op beide vragen 'ja' is, dan gaat het fonds de nieuwe regeling uitvoeren. De nieuwe afspraken gaan naar verwachting in vanaf 1 januari 2027. In dit artikel leest u over de belangrijkste onderdelen van het transitieplan.
Leest u liever direct het volledige transitieplan? Kijk dan hier.
Solidaire pensioenregeling (SPR)
De sociale partners kozen voor een solidaire pensioenregeling vanaf 1 januari 2027. Bij het nieuwe pensioen is een deel van het totale vermogen voor u bestemd. Het totale vermogen beleggen wij. Bij deze pensioenregeling draagt u een aantal risico's samen met andere deelnemers. Hier leest u meer over de solidaire premieregeling.
Uw pensioen verhuist mee
Het pensioen dat u nu ontvangt, gaat mee naar de nieuwe regeling. Dit heet ook wel invaren. Zo blijven de 'oude' en de 'nieuwe' pensioenen van alle deelnemers in één pot bij elkaar. We rekenen uw 'oude' pensioen dan om naar uw 'nieuwe' pensioen. Hier leest u meer over het omzetten van de pensioenen naar het nieuwe pensioen.
Beleggingen - uw pensioen beweegt meer mee met de economie
Bij het nieuwe pensioen belegt het fonds het totale vermogen voor alle deelnemers. Alle deelnemers hebben daarin elk hun eigen deel. Hierbij houdt het fonds rekening met verschillende leeftijdsgroepen. Voor jongere deelnemers beleggen we met meer risico. Voor oudere deelnemers beleggen we minder risicovol. U vormt samen met uw mede-gepensioneerden één groep. Binnen deze groep deelt u samen de risico's van het beleggen van het pensioengeld en het korter of langer leven dan verwacht. Dit noemen we een collectiviteitskring.
Uw uitkering gaat meer meebewegen met de economische ontwikkelingen. Dit kan een daling of een stijging zijn. De opbrengsten van de beleggingen komen namelijk direct bij uw deel van het totale pensioenvermogen, zowel positief als negatief. Elk jaar stelt het fonds vast hoeveel pensioen het in het aankomende jaar aan u uitbetaalt. Hier leest u meer over de beleggingen van het nieuwe pensioen.
Solidariteitsreserve voorkomt of beperkt al te grote schommelingen in pensioen
Uw pensioen beweegt straks dus meer mee met de economie. Dat betekent dat uw pensioen kan stijgen of dalen. De sociale partners willen voorkomen of beperken dat uw pensioen daalt. Daarom zet het fonds extra geld opzij. Dit is de solidariteitsreserve. Met deze reserve dempt het fonds al te grote schommelingen in de uitkeringen van de gepensioneerden. Bijvoorbeeld als de opbrengsten van de beleggingen erg tegenvallen of als de rente daalt. Onze berekeningen laten zien dat door de inzet van de solidariteitsreserve de kans op een verlaging van uw pensioen kleiner is. Hier leest u meer over de solidariteitsreserve.
Vullen en gebruiken van de reserve
Tijdens de overgang naar het nieuwe pensioen op 1 januari 2027 vult het pensioenfonds de solidariteitsreserve. Op zijn hoogst 3% van het hele vermogen van het pensioenfonds gaat hier dan naartoe. Daarna vult het fonds de reserve elk jaar bij vanuit de opbrengsten van de beleggingen van het gehele fonds. Dit kan alleen als de beleggingen genoeg opbrengen. Ieder jaar kan het fonds tot 20% van de solidariteitsreserve gebruiken om een daling van de pensioenuitkeringen te dempen of te voorkomen. Zo blijft er genoeg over voor de jaren erna.
Verdelen van het totale vermogen tijdens de overgang
Op 1 januari 2027 gaat het nieuwe pensioen in. Het fonds verdeelt dan het totale vermogen over een aantal bestemmingen afhankelijk van hoeveel vermogen er op dat moment beschikbaar is.
Bestaande pensioenen en reserves
Als eerste zet het fonds alle bestaande pensioenen om naar nieuwe pensioenen. Het fonds zet verder geld opzij voor een wettelijke reserve. Dit is voor de kosten van de administratie, het beheren van het vermogen en het uitbetalen van de pensioenen. Daarna vult het fonds de solidariteitsreserve.
Als er vermogen over is
Als er hierna nog vermogen over is, dan verdeelt het fonds dit over drie groepen deelnemers. Dit zijn deelnemers die anders nadeel ondervinden van de overgang naar het nieuwe pensioen. Als compensatie krijgen zij extra vermogen toebedeeld aan hun deel van het totale pensioenvermogen. Dit hebben de sociale partners van tevoren afgesproken. Of dit gebeurt, hangt af van hoeveel fondsvermogen er op 31 december 2026 is. Hiervoor kijken we naar de dekkingsgraad. Hier leest u meer over de dekkingsgraad.
Deelnemers die compensatie kunnen krijgen
De sociale partners maakten afspraken over de groepen deelnemers die extra vermogen kunnen krijgen. Hierbij wogen zij zorgvuldig alle belangen tegen elkaar af. Het gaat om de volgende groepen:
- Deelnemers die door hun leeftijd nadeel hebben van de overgang naar de nieuwe manier van premie berekenen;
- Medewerkers van GasTerra die nadeel ondervinden van de sluiting van GasTerra op 1 januari 2027 (onder de voorwaarde dat zij op 31 december 2026 nog in dienst zijn van GasTerra en op 1 januari 2027 geen dienstverband met Gasunie hebben);
- Deelnemers van wie het pensioen niet altijd (helemaal) verhoogd werd om bij te blijven met de prijsstijgingen (dit wordt achterstand in indexatie genoemd).
Als er dan nog vermogen over is
Als er dan nog vermogen over is, wordt dat geld verdeeld over alle deelnemers. Dat is het geval als de dekkingsgraad op 31 december 2026 hoger is dan 113%. Hier leest u meer over de dekkingsgraad.
Pensioen voor uw (ex)partner en kinderen
Ook in het nieuwe pensioen is er inkomen voor uw partner en kinderen (tot 25-jarige leeftijd) als u overlijdt. Het partnerpensioen dat nu bij uw eigen pensioen hoort, gaat mee naar de nieuwe regeling. Het partnerpensioen is standaard 70% van uw eigen pensioen. Als u er bij uw pensionering voor gekozen hebt om (een deel van) uw partnerpensioen in te ruilen voor meer ouderdomspensioen of andersom, dan blijft deze verhouding gelden. De uitkering voor uw partner (en kinderen) na uw overlijden wordt variabel, dus deze kan stijgen en dalen, net als uw eigen pensioenuitkering.
Verhoging van uw pensioen
Voor uw huidige pensioen bekijkt het pensioenfonds elk jaar of het uw pensioen kan verhogen ('indexeren'). Zo blijft uw pensioen zo goed mogelijk bij met de prijsstijgingen. Hiervoor moet het fonds wel genoeg vermogen hebben.
Bij het nieuwe pensioen werkt dit anders. De opbrengsten van de beleggingen worden straks direct in uw deel van het totale pensioenvermogen verwerkt. En dat heeft invloed op de hoogte van uw jaarlijkse pensioenuitkering. Er is geen voorwaarde meer dat het fonds genoeg vermogen moet hebben om de pensioenen te verhogen. Het fonds berekent jaarlijks hoeveel pensioenvermogen er voor u is. En vervolgens welke uitkering u dat jaar ontvangt. De volgende zaken zorgen ervoor dat uw pensioenuitkering omhoog of omlaag kan gaan:
- Positieve of negatieve resultaten op beleggingen;
- Wijzigingen in de rentestand;
- Het eerder of later overlijden van mede-gepensioneerden ten opzichte van de gemiddelde levensverwachting;
- Een eventuele aanvulling uit de solidariteitsreserve.
Hier leest u meer over het stijgen of dalen van uw pensioen.
Wilt u meer weten?
In het menu 'Nieuw Pensioen' op onze website leest u alles over de nieuwe afspraken, verdiepende artikelen en updates over waar we nu staan. Neem direct een kijkje.