Sandra Melman en Ale Jan Algra zitten al enkele jaren in het bestuur van ons fonds. Beiden zijn onder andere lid van de Pensioen- en Communicatiecommissie. Zij zijn straks dus ook verantwoordelijk voor de informatie over uw nieuwe pensioenregeling. Want u krijgt een nieuwe pensioenregeling, een direct gevolg van de Wet toekomst pensioenen (‘het nieuwe pensioenstelsel’). Daarom wilden we van Sandra en Ale Jan weten wat de laatste stand van zaken is. En wat er de komende tijd gaat gebeuren.
Ale Jan: ‘Het wetsvoorstel is in december goedgekeurd door de Tweede Kamer. Eind mei heeft ook een meerderheid van de Eerste Kamer "voor" gestemd. De wet gaat op 1 juli 2023 in.'
Sandra: ‘Dat wil niet zeggen dat er op 1 juli ook al een nieuwe pensioenregeling is. Dat duurt namelijk nog wel even. Ons doel is een nieuwe pensioenregeling die op 1 januari 2026 ingaat. We hebben een strakke planning, maar het blijft spannend. Volgens de wet moet de nieuwe pensioenregeling uiterlijk op 1 januari 2028 ingaan.’
‘Alle deelnemers moeten op evenwichtige wijze vertegenwoordigd zijn’
Sandra: ‘De werkgevers en de vakbonden – samen de sociale partners – bepalen hoe die nieuwe pensioenregeling er straks gaat uitzien. Het bestuur van ons fonds moet uiteindelijk bepalen of we de regeling willen en kunnen uitvoeren. Wij moeten namelijk de belangen van alle deelnemers op evenwichtige wijze afwegen. Daarom zijn we nu al nauw betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe pensioenregeling.’
Ale Jan: ‘Ja, het is echt een gezamenlijk project. Maar wel met duidelijk gescheiden verantwoordelijkheden. De sociale partners nemen besluiten waar zij verantwoordelijk voor zijn. En ons fonds doet dat ook.’
Sandra: ‘Al onze plannen moeten trouwens ook nog worden goedgekeurd door De Nederlandsche Bank (DNB); de Autoriteit Financiële Markten (AFM) controleert of we iedereen goed en op tijd informeren. Die toezichthouders krijgen het enorm druk. Want wij zijn natuurlijk niet het enige fonds dat de komende jaren een nieuwe pensioenregeling krijgt.’
Ale Jan: 'Klopt. Alle Nederlandse pensioenfondsen staan voor de taak een nieuwe regeling op te stellen. Uit een recente enquête van DNB blijkt dat de meeste fondsen daarbij mikken op 1 januari 2026. Het wordt dus druk voor de adviseurs en toezichthouders. Ons fonds is goed voorbereid, onder andere door eind vorig jaar samen met de sociale partners een projectorganisatie op te zetten. Hierbij hebben we Montae & Partners aangenomen als programmamanager.’
‘Er lijkt iets meer voorkeur voor het delen van mee- en tegenvallers te zijn’
Ale Jan: ‘De nieuwe pensioenregeling wordt een solidaire of flexibele premieregeling. Bij een solidaire regeling deel je mee- en tegenvallers van de beleggingen met elkaar. Bij een flexibele regeling niet of minder, maar je kunt dan wel meer je eigen beleggingskeuzes maken.’
Sandra: ‘Daarom vroegen wij in januari naar de voorkeuren en de risicohouding van al onze deelnemers. Gelukkig hebben veel deelnemers het onderzoek ingevuld. Die voorkeuren nemen de sociale partners mee bij het maken van hun keuzes. Ons fonds doet dat natuurlijk ook.’
Ale Jan: ‘Er lijkt iets meer voorkeur voor het gezamenlijk delen van mee- en tegenvallers te zijn. Tegelijkertijd willen deelnemers ook graag zelf keuzes kunnen maken. Nogmaals: ons fonds gaat daar niet over. De sociale partners kiezen de nieuwe pensioenregeling.
Die nieuwe regeling is ten eerste van belang voor de pensioenopbouw van de huidige medewerkers, de actieve deelnemers. Als de sociale partners voorstellen om de al opgebouwde pensioenen over te zetten naar de nieuwe regeling (het zogenaamde 'invaren' – red.) wordt dit ook van groot belang voor de slapers (oud-medewerkers van Gasunie en GasTerra – red.) en de gepensioneerden van ons fonds. Bij de communicatie zullen we duidelijk moeten maken wat de gevolgen zijn.’
Sandra: ‘We betrekken iedereen sowieso zoveel mogelijk. Veel actieve deelnemers zijn lid van een vakbond; die worden door hun bond op de hoogte gehouden. De Vereniging Gepensioneerden Gasunie overlegt regelmatig met ons én met de sociale partners. De slapers hebben nog geen eigen vereniging, maar daar wordt aan gewerkt.’
‘Ons fonds beoordeelt komende zomer de invulling van een eerste concept van de nieuwe pensioenregeling’
Ale Jan: ‘De sociale partners zijn dus in eerste instantie aan zet. Zij moeten ons nog vóór de zomer meer duidelijkheid geven over hun voorlopige keuzes. Daarna gaat ons fonds daarmee aan de slag. Rond het einde van dit jaar moet er een ontwerp van de regeling zijn, en ook een concept van het overgangsplan. In het voorjaar van 2024 volgt de fase van overleggen met alle betrokken partijen.’
Half 2024 volgt de definitieve regeling en het plan om de regeling in te voeren. Ons fonds beoordeelt dan of het de nieuwe regeling kan uitvoeren. Eind 2024 moet de definitieve keuze voor de nieuwe pensioenregeling zijn gemaakt.’
Sandra: ‘De actieve deelnemers krijgen dan ook een opgave van hun oude en nieuwe pensioen, zodat ze precies kunnen zien wat de nieuwe pensioenregeling voor hen persoonlijk betekent. Vervolgens moet DNB de plannen van het pensioenfonds nog goedkeuren. Als dat allemaal lukt, gaat de nieuwe regeling op 1 januari 2026 in. Het wordt een drukke, maar leuke tijd!’