‘De Raad van Toezicht houdt van binnenuit toezicht op het pensioenfonds.’ Zo staat het op de website. Maar wat doet de Raad van Toezicht (RvT)? En wat vinden de drie RvT-leden eigenlijk van ons fonds?
Thijs Driessen is voorzitter van de RvT. Hij vertelt: ‘Als RvT kijken we hoe het pensioenfonds bestuurd wordt. Hebben de bestuurders voldoende kennis in huis om hun taken goed uit te voeren? Ook kijken we of de besluiten en het beleid op een goede manier worden gemaakt. Voldoen ze aan de wetgeving én zijn de voor- en nadelen voor alle deelnemers goed afgewogen?’
Niet achterover leunen
RvT-lid Haitse Hoos vult aan: ‘We kijken vanaf de zijlijn toe, maar leunen zeker niet achterover. We kunnen pas oordelen over een besluit als we weten waar het over gaat en wat het betekent voor de deelnemers. Daarom lopen we alle drie mee in de commissies die de bestuursbesluiten voorbereiden. Thijs is betrokken bij de Pensioen- en Communicatiecommissie, Diana bij de Risico compliance commissie en ik bij de Beleggingsadviescommissie. We luisteren niet alleen in de commissies, maar geven ook advies als dat nodig óf gewenst is. Want ook dat is een taak van de RvT. Onze ervaringen in ons eigen vakgebied en bij andere pensioenfondsen helpen daarbij.’
Ervaring in de pensioenwereld
Die ervaring hebben de drie toezichthouders genoeg. Thijs heeft als jurist en bedrijfskundige al sinds 2000 te maken met pensioenen. Hij is daarnaast toezichthouder bij verschillende pensioenfondsen. Sinds 2017 doet hij dit ook bij Pensioenfonds Gasunie.
Haitse is zo’n 30 jaar actief in de wereld van pensioenen. Hij houdt zich op dit moment vooral bezig met advies en uitvoering als het gaat om beleggingen voor pensioenfondsen. Verder is hij bestuurder en toezichthouder (geweest) bij meerdere pensioenfondsen, waaronder ons fonds.
Diana is advocaat in financieel recht en is bezig met een proefschrift op het gebied van de CSRD (nieuwe EU wet- en regelgeving voor financiële verslaggeving vanaf boekjaar 2024) aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Net als Thijs en Haitse is ze daarnaast toezichthouder bij meerdere pensioenfondsen en ze geeft les op het gebied van risk management bij de Business School Notenboom.
Korte lijntjes
De drie RvT-leden voelen zich heel betrokken bij ons fonds. Diana: ‘We sluiten een paar keer per jaar aan bij de bestuursvergaderingen en hebben vaak één-op-één contact met de bestuursleden. Ook praten we regelmatig met het verantwoordingsorgaan. En met de medewerkers van het bestuursbureau, die het bestuur en de commissies ondersteunen. Zo blijven we goed op de hoogte.’ Haitse: ‘Juist dat nauwe contact maakt het werk voor dit fonds zo leuk. Het geeft ons ook het gevoel dat we echt iets kunnen bijdragen en het echt met z’n allen samen doen.’
Goed pensioen neerzetten voor (oud-)collega’s
Sowieso zijn de RvT-leden positief over ons fonds. Diana legt uit: ‘Je ziet dat iedereen heel betrokken is. Dat is logisch. De bestuurders komen zelf uit het bedrijf. Ze werken dus keihard om een goed pensioen neer te zetten voor hun (oud-)collega’s. De bestuurders zijn verder heel deskundig en het fonds is professioneel georganiseerd met de ondersteuning van een uitstekend bestuursbureau. Iedereen kent zijn rol en houdt zich aan afspraken. De vergaderingen verlopen open en respectvol. Iedereen krijgt de ruimte om zijn mening te geven en mee te denken vanuit zijn eigen deskundigheid.’
‘Dat is heel belangrijk’, meent Thijs. ‘Zo krijg je besluiten waarbij de voor- en nadelen echt goed zijn afgewogen. Een voorbeeld daarvan is de nieuwe pensioenregeling. We zijn als RvT heel tevreden over de manier waarop het fonds dit aanpakt, met een goede projectorganisatie, betrokkenheid en samenwerking tussen partijen en goede communicatie naar deelnemers. Daar kunnen andere fondsen nog van leren.’
Nadenken over de toekomst
Diana: ‘Als RvT kijken we ook op welke manier het fonds bezig is met de toekomst. Ook dat zit bij dit fonds wel goed. Elke 2 jaar staat het bestuur stil bij de vraag: Hoe kunnen we als pensioenfonds ook in de toekomst van waarde blijven voor onze deelnemers? Zo blijft het fonds zich ontwikkelen, net als Gasunie en GasTerra eigenlijk.’